Verhalen gaan altijd over (innerlijke) verandering. De meeste mensen hebben weerstand tegen verandering, de een meer, de ander minder. Voor een personage is dat niet anders.
Alleen als er diep van binnen iets ontbreekt, iets scheef zit, is er een noodzaak voor verandering. Mensen zijn vaak ongelukkig, voelen zich incompleet omdat ze diep van binnen, meestal zonder dat ze zich daarvan bewust zijn, een leugen geloven.
Over wat voor leugens hebben we het dan?
Jane Eyre gelooft diep in haar hart dat ze liefde alleen kan verdienen, door dienstbaar te zijn.
Woody, in Toy Story, gelooft dat hij alleen waardevol is als hij het favoriete speelgoed is.
Als iemand zijn hele leven lang door gehoord heeft dat hij/zij niets waard is, zal hij/zij dat geloven en dat geloof zal zijn/haar daden beïnvloeden. Maar hetzelfde geldt voor iemand die zijn hele leven heeft gehoord dat hij beter is dan anderen!
Om te bepalen welke leugen het personage gelooft (als je al een idee hebt voor een verhaal), kun je kijken naar hoe hij/zij reageert. Worden de reacties bepaald door: angst, overgevoeligheid, onvermogen te vergeven, schuldgevoelens, schaamte?
Deze gevoelens zijn het gevolg van de leugen, niet de leugen zelf! Ze kunnen dus als wegwijzers functioneren.
Als je nog helemaal aan het begin van een verhaalidee staat, kun je zelf de leugen 'kiezen'. Maar let wel: Deze leugen moet relevant zijn in het bredere kader van het verhaal. Deze leugen en het gedrag dat er uit voort komt, moet voor het personage een sta-in-de-weg zijn om het doel wat hij/zij heeft te kunnen realiseren. Dan ontstaat er een conflict tussen innerlijk en uiterlijk. En dat geeft diepte aan je verhaal. Dan moet het personage zijn/haar innerlijk probleem oplossen om zijn/haar uiterlijk doel te kunnen bereiken. En soms komt hij/zij dan tot de ontdekking dat het uiterlijke doel helemaal niet meer zo belangrijk is.
Alleen als er diep van binnen iets ontbreekt, iets scheef zit, is er een noodzaak voor verandering. Mensen zijn vaak ongelukkig, voelen zich incompleet omdat ze diep van binnen, meestal zonder dat ze zich daarvan bewust zijn, een leugen geloven.
Over wat voor leugens hebben we het dan?
Jane Eyre gelooft diep in haar hart dat ze liefde alleen kan verdienen, door dienstbaar te zijn.
Woody, in Toy Story, gelooft dat hij alleen waardevol is als hij het favoriete speelgoed is.
Als iemand zijn hele leven lang door gehoord heeft dat hij/zij niets waard is, zal hij/zij dat geloven en dat geloof zal zijn/haar daden beïnvloeden. Maar hetzelfde geldt voor iemand die zijn hele leven heeft gehoord dat hij beter is dan anderen!
Om te bepalen welke leugen het personage gelooft (als je al een idee hebt voor een verhaal), kun je kijken naar hoe hij/zij reageert. Worden de reacties bepaald door: angst, overgevoeligheid, onvermogen te vergeven, schuldgevoelens, schaamte?
Deze gevoelens zijn het gevolg van de leugen, niet de leugen zelf! Ze kunnen dus als wegwijzers functioneren.
Als je nog helemaal aan het begin van een verhaalidee staat, kun je zelf de leugen 'kiezen'. Maar let wel: Deze leugen moet relevant zijn in het bredere kader van het verhaal. Deze leugen en het gedrag dat er uit voort komt, moet voor het personage een sta-in-de-weg zijn om het doel wat hij/zij heeft te kunnen realiseren. Dan ontstaat er een conflict tussen innerlijk en uiterlijk. En dat geeft diepte aan je verhaal. Dan moet het personage zijn/haar innerlijk probleem oplossen om zijn/haar uiterlijk doel te kunnen bereiken. En soms komt hij/zij dan tot de ontdekking dat het uiterlijke doel helemaal niet meer zo belangrijk is.