We kennen allemaal de waarschuwing dat de personages in onze verhalen geen een-dimensionale figuren mogen zijn, card board figures zoals ze dat in het Engels noemen. Maar wat is dan wel een 'volledig ontwikkeld personage'?
In een boek/methode genaamd Dramatica wordt een goede aanzet gegeven. De schrijvers daarvan onderscheiden maar liefst vier dimensies aan een personage. Denk eens goed na over uw personage en beantwoord de volgende vragen:
Wat brengt het personage (ten diepste) in beweging? Met wat voor soort argumenten moet je komen om hem/haar te overtuigen en tot actie aan te zetten? Dit is de motivatie van het personage.
Als het personage dan in beweging komt, wat streeft hij dan na, waar richt hij zich op? Denk hierbij vooral aan inwendige zaken, niet aan uiterlijke zaken als geld of roem. Denk meer aan zaken als: Wil hij/zij balans of juist onbalans brengen, orde of juist chaos? Dit is het doel van het personage.
Als het personage in beweging is gekomen, hoe gaat hij/zij te werk, wat voor methode gebruikt hij/zij? Ook daarbij ligt de nadruk weer op innerlijke aspecten. Denk aan vragen als: Reageert hij/zij of handelt hij/zij juist proactief? Dit is de methodologie van het personage.
Tenslotte kan het nog zinvol zijn zich af te vragen: Hoe bepaalt het personage hoe hij/zij vordert bij het bereiken van zijn/haar doel? Op welke manier evalueert hij/zij zijn voortgang? Wanneer is hij/zij tevreden met zijn/haar voortgang?
Deze vier aspecten samen geven een compleet personage. Maar let wel: het gaat niet om uiterlijke aspecten, maar om innerlijke aspecten, wat zijn zijn diepste drijfveren.
Natuurlijk hoeven niet alle vier de dimensies altijd even ver uitgewerkt te worden, maar het is goed om erover na te denken, zodat uw personage meer diepte krijgt, levensechter wordt. En dat, lijkt me, leidt tot betere verhalen.
Ben Buitendijk
In een boek/methode genaamd Dramatica wordt een goede aanzet gegeven. De schrijvers daarvan onderscheiden maar liefst vier dimensies aan een personage. Denk eens goed na over uw personage en beantwoord de volgende vragen:
Wat brengt het personage (ten diepste) in beweging? Met wat voor soort argumenten moet je komen om hem/haar te overtuigen en tot actie aan te zetten? Dit is de motivatie van het personage.
Als het personage dan in beweging komt, wat streeft hij dan na, waar richt hij zich op? Denk hierbij vooral aan inwendige zaken, niet aan uiterlijke zaken als geld of roem. Denk meer aan zaken als: Wil hij/zij balans of juist onbalans brengen, orde of juist chaos? Dit is het doel van het personage.
Als het personage in beweging is gekomen, hoe gaat hij/zij te werk, wat voor methode gebruikt hij/zij? Ook daarbij ligt de nadruk weer op innerlijke aspecten. Denk aan vragen als: Reageert hij/zij of handelt hij/zij juist proactief? Dit is de methodologie van het personage.
Tenslotte kan het nog zinvol zijn zich af te vragen: Hoe bepaalt het personage hoe hij/zij vordert bij het bereiken van zijn/haar doel? Op welke manier evalueert hij/zij zijn voortgang? Wanneer is hij/zij tevreden met zijn/haar voortgang?
Deze vier aspecten samen geven een compleet personage. Maar let wel: het gaat niet om uiterlijke aspecten, maar om innerlijke aspecten, wat zijn zijn diepste drijfveren.
Natuurlijk hoeven niet alle vier de dimensies altijd even ver uitgewerkt te worden, maar het is goed om erover na te denken, zodat uw personage meer diepte krijgt, levensechter wordt. En dat, lijkt me, leidt tot betere verhalen.
Ben Buitendijk